PHOTO & PHOTOGRAPHIC
BIO
Mickey Obo Bio
​​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
Dit was een van de eerste foto's (eigenlijk dia) die mijn vader van mij maakte, niet ver van ons huis in het Bossche Zuiderpark. Het was 1961, mijn vader 42 en ik 4 jaar oud. Toen ik (maanden later) de projectie van de dia in gezinsverband zag herinner ik me mijn opwinding. Ik voelde me totaal overrompeld, verwonderd en opgetogen. Ik had de situatie tussen de bloemen in het park alleen nog maar beleefd door mijn eigen ogen en verwerkt in mijn persoonlijke kinderzelfje en ja, ik was het parkbezoek misschien al wel vrijwel vergeten… Bam! Nu was het moment opeens weer daar en iedereen die keek zag het weer! Tjee ja, fantastische combi die camera, het filmpje, die projector, noem dat maar gerust een "toverlantaarn".
Dat er tijdens de projectie opeens een beeld opdook dat weergaf hoe mijn vader die situatie gezien had maakte in één klap opnieuw een brug tussen hem en mij en de situatie waarin we toen samen waren. Ik genoot ervan ontegenzeggelijk door hem gezien te zijn met zijn, ook nu tijdens de projectie, opnieuw genietende blik. Ik zag mezelf opeens ook daar zo voor het eerst “van buitenaf gezien” zitten tussen die bloemen. Hé, dat ben ik! Best een grappig menneke… Een van de eerste stenen van mijn zelfbeeld werd gelegd…
Dit vermogen van verbinding en contact met het zèlf en de ànder is denk ik mijn fascinatie met fotografie. Toen ontstaan en nooit meer weggegaan… Ik denk dat ik ervaarde hoe een fototoestel via een lens licht toverde in de “Black Box of Camera Obscura” van mijn ziel. Ik denk dat ik ook genietend ervaarde dat samen kijken naar een dia of afbeelding heel goed voelt.
Ik ervaar het fotograferen, terwijl ik ermee bezig ben, steeds als een poging om contact te maken, om dichterbij te komen, om een of andere essentie vast te leggen. Niemand ziet me, ik ben immers verstopt achter mijn fototoestel. De befaamde “vlieg op de muur” die àlles ziet zonder zèlf gezien te worden. Zo wil ik zijn! Ik wil niet verstoren. Ik wil getuige zijn en laten zien, aantonen, bewijzen dat het er was, dat ìk er was. Ik wil de realiteit voelen, vastpakken en tastbaar
maken voor iedereen die kijkt.
Ik wijs met mijn vingertje: kijk, dat is een gele bloem. Zie jij dat ook? We kunnen morgen weer kijken, of over tig jaar nog eens! Wow dat is ook een enorme kracht van de fotografie… het zowat tijdloze… Zet de tijd stil en hij bestaat niet meer… Het vermogen om van een split second een beeld te maken dat de eeuwigheid kan uitdagen blijft me fascineren. Fotografie schept de illusie van werkelijkheid onmiskenbaar.
Tijdens het fotograferen ben ik als het ware verwoed bezig door de lens van mijn fototoestel heen te kruipen om de andere kant te kunnen bereiken. De uiteindelijke foto is het bewijs dat het lukte om contact te maken en ik kijk er graag samen naar om te horen wat de ander beleeft.
Ik vind de foto/dia van mijn vader ook prettig om naar te kijken als het gaat om de beeldopbouw. Tussen de waaierende banen van het grijze pad, de gele en rode bloemen en de lucht zit ik in contrasterend blauw met een witte vaan volop de aandacht te trekken. Probeer je ogen daar maar eens vanaf te houden! Dat kijkt prettig ;-). De beeldopbouw, de compositie is wat mij in mijn fotografie ook steeds blijft fascineren. Oneindig zoeken naar dat evenwicht dat met elke compositie mag verschuiven.
​
Ik zie mezelf weer zitten daar tussen die bloemen. Het bevalt me wel, daar zitten tussen de bloemen op het zand, het past bij me. De gebaande paden soms verlatend… Dichterbij komen… Zoekend naar mijn eigen weg…
Creativiteit was bij ons thuis niet het gebied om te verkennen. Goed je best doen op school en soberheid en eenvoud was eerder het motto. Mijn vader nam me echter plots mee naar de overzichtstentoonstelling van Jeroen Bosch in 1967 in het toenmalig Noordbrabants Museum in de Bethaniestraat in Den Bosch. Ik lees nu op internet dat er dagen waren dat er 7000 bezoekers waren Er stonden rijen bezoekers van Hekellaan tot aan Hinthamerstraat. Ik kan me mijn opwinding nog herinneren en WOW wat een fantasie had die Bosch! Ik was 10 jaar oud en daar ging vast en zeker een deur voor me open naar een ruimte vol fantasie en verbeelding die ik eindeloos wilde blijven verkennen.
Ik tekende en schilderde altijd erg graag, al speelde zich dat vooral op school af. Thuisgekomen ging ik direct naar buiten. Daar met vriendjes spelen en ravotten was mijn ding. Fotografie was duur. Mijn vader kocht in de jaren 60 misschien zelfs maar één rolletje per jaar. Dat waren dan misschien 30 vakantie opnames en dan had je er nog 6 over voor de rest van het jaar. No prob! Rond mijn 16e maakte ik mijn eerste foto’s met de camera van mijn vader.
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​​​
​Ik kwam toen ook Anneke tegen die plots vanachter een boom opdook… Ik zou haar voor altijd vastleggen ;-)
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​Zoals gezegd was fotografie duur en het kwam voor mij eigenlijk pas in beeld toen ik zelfstandig ging wonen vanaf 1977. ​ Ik was twintig en kocht mijn eigen budget spiegelreflexcamera, de Oostduitse Praktica. Ook maakte ik een DOKA zodat ik film kon ontwikkelen en foto’s zèlf in zwart/wit kon afdrukken. Dat scheelde ook in prijs.
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​​​​​Het werk van de Franse fotograaf Henri Cartier-Bresson sprak me enorm aan. Fantastische composities, keer op keer.
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​​
​
​
​
​
​
​
​
Andre Kertesz,
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​​​​​Robert Doisneau,
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​​​Saul Leitner,
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
Anton Corbijn...
Heerlijk! Ik zag begin jaren '80 de film Blow-Up van Antonioni in zwart-wit op mijn mini TV.
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​Nou da’s niet zo moeilijk! Tuurlijk wilde ik òòk fotograaf zijn!
In de praktijk maakte ik foto’s als ik toch al ergens was. Ik ging er niet speciaal voor op pad. Het liefst buiten en opnames op straat van mensen bij natuurlijk licht. Misschien wel zoals ik vroeger altijd buiten speelde. Buiten is zeker het terrein waarop ik me thuis voel. Ik maakte vooral foto's tijdens vakanties.
Bij mijn afstuderen ook begin jaren '80 gaf mijn vader me een zeer tof kado. Een fantastische spiegelreflex camera met drie (28, 50, 135mm) Carl Zeiss lenzen.
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​​Prijzig en prima ding en goed voor mijn zelfbeeld en imago als fotograaf.
Er zouden nog vele camera’s volgen.
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​​​​​​​​
Het belangrijkste voor wat al die camera’s betreft is steeds hun compactheid. Weinig gewicht om te dragen en de mensen voor je lens worden niet nerveus. De beste camera immers, zoals dat in de straatfotografie heet, is de camera die je bij je hebt! Dat was wel vaak mijn gewoonte: ergens naartoe, dan camera mee. En wat compactheid betreft doen de huidige smartphones als goede optie voor mijn soort werk ook zeer zeker mee. Wat een genot!
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​Wat techniek betreft is er natuurlijk sinds 1961 enorm veel veranderd. Alles bij elkaar is met name het gebruiksgemak enorm toegenomen. Tegelijkertijd is het eindresultaat, de uiteindelijke foto, de compositie binnen (meestal) rechthoek of vierkant, eigenlijk nog altijd hetzelfde... Ook in díe zin staat bij een foto de tijd, je weet het al............ stil ;-)
​
MO
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​